Roséwijn wordt gemaakt van blauwe druiven, maar in tegenstelling tot rode wijn blijft het sap slechts kort in contact met de schillen. Dit zorgt voor de kenmerkende roze kleur en het frisse, lichte karakter. Er zijn drie manieren om rosé te maken:
- Maceratiemethode – De druiven weken enkele uren tot dagen met de schillen, waarna het sap wordt geperst en vergist als witte wijn. Dit levert elegante, droge rosé op, zoals uit de Provence.
- Saignée-methode – Een deel van het sap wordt afgetapt bij de productie van rode wijn, wat resulteert in een intensere, fruitigere rosé.
- Mengmethode – Witte en rode wijn worden gemengd om rosé te maken, een methode die alleen is toegestaan voor rosé Champagne.